Profielschets Doeveren

Doeveren ligt in een agrarisch leefgebied in het noorden van de provincie Noord-Brabant en maakt deel uit van de gemeente Heusden. De dichtstbijzijnde stad is Waalwijk op zo'n 5 kilometer. Tot 1923 behoorde Doeveren bij de gemeente Drongelen, Haagoort, Gansoijen en Doeveren, en vanaf 1923 bij de toen vergrote gemeente Eethen. Probleem was dat het van de rest van de gemeente gescheiden was door de Bergsche Maas die in 1904 gereed kwam. Hierdoor werd Doeveren gescheiden van Genderen en Eethen, waar het bestuurlijk nauw mee verbonden was. Vanaf 1973 behoorde Doeveren bij de gemeente Heusden en sindsdien vormt de Bergsche Maas ook de gemeentegrens. In 1997 werd de gemeente Heusden nog aanzienlijk uitgebreid. De Hervormde kerk, aan Dorpstraat 9, werd verwoest door oorlogsgeweld in 1944. In 1957 kwam een nieuwe kerk gereed. Deze is gebouwd met handgevormde baksteen en ligt op een dijk. Het is een eenvoudig bakstenen gebouwtje met zadeldak en dakruiter met een bijzondere Sancta Mariaklok uit 1445.

Kerkelijk Doeveren
Waarschijnlijk is de kerk in Doeveren er al vanaf de 13e eeuw. Later op 07-01-1816 kondigde Koning Willem 1 het Algemeen Reglement voor het bestuur van de Nederlandse Hervormde Kerk af. Dit hield ondermeer het volgende in:
  • De oude naam Gereformeerd wordt vervangen door Hervormd.
  • De bestuursopbouw van onder af waarbij de plaatselijke kerkenraden via de classis en de provinciale synode de generale synode samenstellen wordt vervangen door een opbouw van bovenaf. De algemene synode wordt uitgangspunt en die kan van bovenaf de mindere vergaderingen zoals de classis besluiten opleggen.
  • Aanstaande predikanten hoeven zich niet zo sterk als voorheen aan de belijdenisgeschriften te binden door ondertekening van de proponentsformule.
  • Ook speelt de gezangenkwestie een grote rol. In 1807 was er een nieuwe gezangenbundel uitgekomen waaruit de kerken verplicht moesten zingen. Liet een predikant dat na uit eigen overtuiging of onder druk van de gemeente dan volgden er straffen die konden uitlopen op schorsing of zelfs afzetting van de predikant.
Het nieuwe reglement leidt tot grote onrust binnen de Hervormde kerk en in 1834 komt het tot een uitbarsting als een aantal jonge predikanten (ds. De Cock uit Ulrum, ds. Scholte uit Doeveren-Genderen en ds. Gezelle Meerburg uit Almkerk) het voortouw neemt om zich tegen het heersende liberale klimaat te verzetten. Zodoende is ook Doeveren bekent in Hervormd Nederland, want deze dominees tekenen een acte van Afscheiding of Wederkering. Hierbij wordt de Hervormde kerk een valse kerk verklaard. De ondertekenaars keren weer terug tot de ware Gereformeerde religie van voor 1816. De afscheiding breidt zich als een olievlek uit over Nederland en heel wat gelovigen treden uit de hervormde kerk. Dit zijn vaak eenvoudige mensen, boeren, arbeiders en de kleine burgerij in de volksmond vaak met kleyne luyden aangeduid. In Brabant zijn twee van die voortrekkers: ds. Scholte en ds Gezelle Meerburg. Zij scheiden zich met bijna heel hun gemeentes af en stichten heel wat gemeentes in de plaatsen rondom hen. In Doeveren-Genderen zelf wordt ds Scholte in 1834 afgezet en blijven deze gemeentes Hervormd.

Meer recentelijk werd Ds. De Jong, geboren op 26 januari 1951, in 1989 bevestigd in de hervormde gemeenten van Baardwijk en Doeveren. De gemeente in Baardwijk ging in 2009 samen met die in Waspik; sindsdien dient de predikant alleen de gemeente van Doeveren. In 2015 gaat Ds. G. de Jong met emeritaat en vanaf 2016 is Ds. Jumelet aan onze gemeente verbonden. 

Het bovenstaande geeft al aan dat natuurlijk ook in onze gemeente het geloof op een verschillende manieren wordt beleefd. Enerzijds is er een groep behoudende gemeenteleden, anderzijds is er ook een gedeelte van de gemeente dat graag nieuwe uitdagingen wil aangaan. Het is de zorg van de kerkenraad om alle gemeenteleden vast te houden en enthousiast te maken. Dit gebeurt door een breed aanbod van activiteiten, waar voor de komende jaren extra aandacht zal worden besteed aan de jongeren in onze gemeente, waarbij de oudere niet zullen worden vergeten.

Opbouw van de gemeente
Doeveren is als een gezin, “Ecclesia”. En zoals in elk gezin, zo ook in dit: de kinderen zijn nogal verschillend. De oudste bijvoorbeeld is, laten we zeggen, Reformaticus, een sterk belijnde, bijbelgetrouwe zoon, die zich heel diep verbonden weet met de Schrift en met wat ons in de traditie van de kerk is over­geleverd, de belijdenis. Dat bepaalt zijn denken en leven, daar staat hij ook voor. Daar heeft hij ook duidelijk zijn mening over. Hij is trouw aan de kerk, is er elke zondag twee keer te vinden, geniet van een Bijbelse prediking, waarin het ik van een mens wordt afgebroken zodat hij helemaal afhankelijk wordt van de genade van God. De psalmen zijn hem lief. Zijn jongere zus is Evangelica, een stuk impulsiever dan haar broer, spontaan, enthousiast en aantrekkelijk. Ze spreekt graag over "haar Heer", maar ze heeft niet zo'n historisch besef en gevoel voor traditie. Zij heeft dan ook niet duidelijk onder woorden gebracht wat ze gelooft en belijdt en heeft daar ook niet zo'n behoefte aan, al weet ze best op het vlak van de levensstijl wat wel/niet mag. Ze is niet minder trouw aan het Woord van God, houdt van praktische toepasbare preken. En ze zingt ook graag, maar dan bij voorkeur opwekkingsliederen, want die geven haar het gevoel dicht bij God te zijn, te zweven op de wind, gedragen door Zijn Geest. 

Het zijn allebei, naast nog een paar andere gezinsleden, kostbare "mensen", mensen om van te houden vanwege hun integriteit, hun liefde tot de Here en Zijn Woord en hun verlangen om ieder op zijn/haar wijze Hem en Zijn Gemeente oprecht te dienen. Soms vertellen ze elkaar wat ze van elkaar denken en hoe ze vinden dat de ander eigenlijk zou moeten zijn. Maar een karakter verander je niet zo gauw. En waarom zou dat moeten? Er is toch geen gezin waarin kinderen hetzelfde zijn? Zelfs met een tweeling is dat nog niet zo. In het gezin Ecclesia wel? Als het de leden van dat gezin maar om hetzelfde gáát: de verkondiging en grootmaking van de Naam van Jezus als onze Middelaar, Koning en Hogepriester, want dat is hun hoge roeping. Daarin hebben ze elkaar ook hard nodig. Als leden van hetzelfde gezin kunnen ze immers niet om elkáár heen. En, zoals het leden van een normaal gezin betaamt, moeten ze dat ook niet willen. Zelfs als mensen zeggen dat die zus of broer niet helemaal spoort dan nog wil je elkaar niet kwijt. Al kan ieder op eigen benen staan, kun je misschien wel zonder elkaar, dan nog moet je daar niet direct aan toegeven. Want dat is de gemakkelijkste weg. Nee, alleen al vanwege dezelfde afkomst zullen ze elkaar niet te gauw opgeven, laat staan afschrijven, maar juist de opdracht van Christus één te zijn ernstig nemen. Ze zullen dan ook alles doen elkaar te verstaan en de ander uitnemender te achten dan zichzelf. 

Onze gezamenlijke grond is dan ook dat we als gereformeerden en evangelische eenzelfde oorsprong zijn en van gelijke komaf. De meeste, zo niet alle evangelische bewegingen hebben hun wortels nl. al in de grond van de 16e eeuwse reformatie (zie ook hierboven). En derhalve in de grond van de kerk der eeuwen. Daar liggen uiteindelijk onze gezamenlijke wortels. Want dat wil zeggen: ook al lopen we dan aan verschillende kanten van de weg, of misschien een stukje achter elkaar, zien we elkaar soms niet eens meer, we zijn van Godswege wel op dezelfde weg geplaatst. Dat geeft daarom aan het gesprek over onze onderlinge verhouding en ook gezamenlijke roeping een dimensie die we niet over het hoofd mogen zien: we zijn beiden in de kerk geboren en behoren tot hetzelfde gezin, hoe verschillend we ook zijn. En als broer en zus laat je elkaar niet zomaar los, daarvoor moet er heel wat gebeuren.

Welke uitdagingen/nieuwe perspectieven zijn er dan in Doeveren? 
Ervaring/beleving 
Een groter accent is wenselijk op de beleving van het geloof. Dat zullen we aan de hand van de Schrift voortdurend uitleggen: verhouding geloof-gevoel. En niet alleen aan de evangelische mensen in de gemeente, maar ook aan de hele gemeente, we leven immers in een ervaringscultuur, waarin het gaat om het goede gevoel: criterium of iets al/niet goed voelt.

Werk van de Heilige Geest 
Een accent leggen op de Persoon en het werk van de Heilige Geest, de gaven en de vruchten. Om dan aan de hand van de Schriften te ontdekken, net als in Berea indertijd, of deze dingen "alzo" zijn of niet (Hand.17,11). Is dit niet een unieke mogelijkheid die de Here ons zelf geeft, niet om verdeeldheid te creëren, maar juist het gemeente zijn tot meer volheid en veel meer rijkdom te laten komen? En als de Here Zelf er verlangend naar is ons te geven wat Hij in Zijn Woord aan de Gemeente heeft beloofd? Dat bevrijdt van krampachtigheid en angst, van jaloezie en verwijt, dat geeft juist opening en niet minder een geestelijk verlangen het ontdekte in de Schriften in het geheel van de Gemeente op te nemen tot opbouwen groei. En dat vooral met het oog op het getuigenis en de werfkracht van de Gemeente in deze wereld.

Gaven 
In reformatie sterke nadruk op het ambt. Niet ook gaven? Heidelb. Cat vr.55 Wat versta je onder de gemeenschap der heiligen? 1e dat de gelovigen, allen tezamen en ieder persoonlijk, als leden deel hebben aan de Here Christus en aan al zijn schatten en gaven. Ten tweede dat ieder zich schuldig moet weten, verplicht moet voelen om zijn/haar gaven tot nut en heil van de andere leden, dus van de hele gemeente, bereidwillig en met vreugde te gebruiken. Vandaar het ambt van alle gelovigen in onze gemeente een belangrijke rol heeft.

Gebed/lofprijzing 
Gebed is de pijler van het gemeenteleven. Hetzelfde geldt de lofprijzing. God woont op de lofzangen van zijn volk Jericho, 2 Kron. 20. Vandaar dat we ook belijden, naast de verzoening door het offer van Christus, zijn overwinning. Al aan het kruis, maar zeker door zijn opstanding uit de dood.

Zending/evangelisatie/werfkracht van de gemeente 
Wij zijn ons zeer bewust van de missionaire roeping van de gemeente, het doel van de Gemeente. Niet alleen: hoe word ik behouden, maar ook die ander. Kerk-zijn voor de onkerkelijken.

Voor de praktijk in Doeveren
  • In de praktijk is het uitermate belangrijk dat we elkaar aanvaarden in ons verschillende manier van geloofsbeleving. Daar ook de ruimte aan geven, te beginnen in ons hart, maar dan ook breder.
  • De religie van de belijdenis met warmte en liefde aan een ieder doorgeven. Waar het kan onze waardevolle Traditie te behouden om te verrijken.
  • We zijn bereid wat in een andere "traditie" uit de Schriften is opgediept, op zijn minst te overdenken en op zijn Bijbelse waarde te schatten.
  • De Gemeente is zich bewust zijn van haar traditie/historie. Maar uitermate belangrijk is dat wij onszelf als gemeente laten toetsen door de Schrift zelf wat Traditie en tradities zijn en ook om principiële van emotionele zaken te leren onderscheiden. (vb. liederen) 
  • Ook op het gebied van gemeente opbouw valt veel te doen, zeker met betrekking tot de gaven en het functioneren ervan.
  • Het doel van de Gemeente, dat is onze gezamenlijke roeping, onder ogen zien, plannen daartoe ontwikkelen en uitvoeren. Niets werkt zo bindend dan samen bezig te zijn in de verkondiging van het Evangelie in de breedste zin van het Woord. Dat veronderstelt bij alle verscheidenheid de eenheid. Dan kunnen we elkaar niet missen, maar worden we ons bewust dat God ons, juist met het oog op zijn grote doel, als Reformaticus en Evangelica aan elkaar gegeven heeft. Niet om elkaar het huis uit te werken, maar juist de handen ineen te slaan, tot eer van Hem, die ons in het ene gezin Ecclesia heeft geplaatst. En dat tot een getuigenis van deze wereld! 
terug